Assay voor het bepalen van de activiteit van een remmer tegen stollingsfactor VIII
Bepalingen › FVIII-remmer assay
Het wordt geadviseerd deze test alleen aan te vragen in overleg met een specialist
Doel
Detectie van remmeractiviteit gericht tegen stollingsfactor VIII
Algemeen
Ook wel bekend als Bethesda-assay (zie voor verdere uitleg hieronder).
Bij een verlaagde FVIII-activiteit kan er sprake zijn van een remmer van de activiteit van stollingsfactor VIII, meestal veroorzaakt door een antistof.
Met de FVIII-remmer assay kan de aanwezigheid en mate van remming door een dergelijke antistof gedetecteerd worden.
Deze test wordt aangevraagd bij:
- patiënten met aangeboren hemofilie A (monitoring) die een onverwachte daling van spiegel hebben.
(type I remmer = allo-antistof)1
- bij patiënten met (verdenking op) verworven hemofilie A (diagnose en monitoring).
(type II remmer = auto-antistof)1
Interpretatie
Er is een remmer van FVIII in het bloed gedetecteerd. De uitslag is een maat voor de sterkte van de remmer.
- een allo-antistof tegen FVIII met een remmende werking bij een patiënt met aangeboren hemofilie A, als reactie op toegediend FVIII preparaat.
- zeldzaam: een autoantistof tegen FVIII met een remmende werking bij een patiënt met verworven hemofilie A (meestal ontstaan door onderliggend lijden).
Er is geen remmer van FVIII activiteit in het bloed gedetecteerd.
Wanneer er sprake is van verminderde FVIII activiteit kan deze niet verklaard worden door aanwezigheid van een remmer.
- een allo-antistof tegen FVIII met een remmende werking bij een patiënt met aangeboren hemofilie A, als reactie op toegediend FVIII preparaat.
- zeldzaam: een autoantistof tegen FVIII met een remmende werking bij een patiënt met verworven hemofilie A (meestal ontstaan door onderliggend lijden).
Principe
De FVIII-remmer assay meet de hoeveelheid remming van FVIII activiteit na een incubatiestap bij 37°C.
- In de remmer assay wordt gebruik gemaakt van verschil in hittegevoeligheid van de stollingsfactoren en de FVIII-remmer. Het patiëntplasma wordt tot 58°C verwarmd, de temperatuur waarbij stollingsfactoren in het patiëntplasma inactief worden, maar eventueel aanwezige remmers intact blijven.
- Om te corrigeren voor het effect van de verwarming op andere factoren wordt naast het patiëntplasma een controleplasma meegenomen in alle stappen van de assay: een FVIII-deficiënt plasma, waarin geen FVIII aanwezig is, maar well alle andere stollingsfactoren.
- Na verhitting wordt het patiëntplasma (en controleplasma) 1:1 gemengd met een bekende hoeveelheid plasma van gezonde personen waarin een bekende hoeveelheid FVIII aanwezig is (evenals een normale hoeveelheid van andere stollingsfactoren).
- Het mengsel wordt verwarmd bij 37°C en geïncubeerd gedurende 2 uur: in deze tijd kan een eventuele remmer het aanwezige FVIII inactiveren.
- Na de incubatiestap wordt de (resterende) FVIII-activiteit gemeten met een FVIII-assay (chromogene assay of one-stage activiteitsassay).
Interpretatie
- Bij aanwezigheid van een remmer is de FVIII-activiteit in het mengsel met patiëntplasma beduidend lager dan de FVIII-activiteit in het mengsel met controleplasma.
- De mate van remmer-activiteit, oftewel de mate van inactivatie van FVIII wordt uitgedrukt in de Bethesda Unit, BU:
1 BU = de hoeveelheid remmer die leidt tot een 50% vermindering van FVIII-activiteit. Deze 50% vermindering treedt op in een 1:1 mengsel van controleplasma met FVIII gedepleteerd patiëntplasma in vergelijking met een 1:1 mengsel van controleplasma met een FVIII-gedepleteerd controleplasma waarin bewezen geen remmer aanwezig is.
Normaalwaarde
In gezonde personen is geen remmer-activiteit detecteerbaar:
de uitslag wordt dan gerapporteerd als lager dan het meetbereik (bijvoorbeeld < 0.5 (N)BU).
Nijmegen-Bethesda assay vs. originele Bethesda-assay
De originele Bethesda-assay is opgesteld in de jaren 70 tijdens een bijeenkomst van hematologen in Bethesda, Maryland in de VS2.
Deze originele assay bleek gevoelig voor variaties in pH, waardoor de assay minder goed kan meten in het lage gebied en eventueel kan leiden tot vals-positieve uitslagen. Om de performance van de test in het lage gebied te verbeteren heeft een groep van wetenschappers van het universiteitsziekenhuis St. Radboud in Nijmegen (huidige Radboudumc) het assayprotocol aangepast3. Dit aangepaste protocol staat bekend als de 'Nijmegen modificatie van de Bethesda-assay' of kortgezegd de Nijmegen-Bethesda-assay.
Naast de Nijmegen modificatie zijn er nog andere, minder gebruikte, variaties op de Bethesda-assay bekend.
De Nederlandse richtlijn4 voor Hemofilie van de Nederlandse Vereniging voor Hematologie (NVvH) uit 2022 beveelt aan de FVIII-remmer activiteit te laten bepalen en kwantificeren met de Nijmegen-Bethesda-assay.
In Nederland en België wordt ernaar gestreefd deze assay (verder) te harmoniseren tussen alle verschillende laboratoria. Met dat doeleinde is in 2020 door een consortium van laboratoriumspecialisten van hemofiliebehandelcentra in Nederland en België een geharmoniseerd protocol gepubliceerd5.
Medicatie
Emicizumab (merknaam Hemlibra) wordt gebruikt als profylactische behandeling bij patiënten met ernstige aangeboren hemofilie A. Dit middel grijpt aan op humane stollingsfactor IX en X, zoals ook geactiveerd FVIII dat doet.
Aanwezigheid van dit middel in het bloed van een hemofiliepatiënt stoort in assays die FVIII-activiteit meten middels humane stollingsfactoren. Voor detectie van FVIII-activiteit in plasma van patiënten behandeld met emicizumab moet daarom niet een humane chromogene FVIII-assay gebruikt worden, maar een bovine chromogene FVIII-assay.
Bronnen
- Schutgens, R.E.G. & Van Galen, K.P.M. (2019). Verworven hemofilie A. In Ned Tijdschr Hematol 2019;16:22–9
- Kasper, C. K., Aledort, L. M., Counts, R. B., Edson, J. R., Fratantoni, J., Green, D., Hampton, J. W., Hilgartner, M. W., Lazerson, J., Levine, P. H., McMillan, C. W., Pool, J. G., Shapiro, S. S., Shulman, N. R., & van Eys, J. (1975). A More Uniform Measurement of Factor VIII Inhibitors. In Thrombosis and Haemostasis (Vol. 34, Issue 03, pp. 869–872). Georg Thieme Verlag KG. https://doi.org/10.1055/s-0038-1651378
- Verbruggen, B., Novakova, I., Wessels, H., Boezeman, J., van den Berg, M., & Mauser-Bunschoten, E. (1995). The Nijmegen Modification of the Bethesda Assay for Factor VIII:C Inhibitors: Improved Specificity and Reliability. In Thrombosis and Haemostasis (Vol. 73, Issue 02, pp. 247–251). Georg Thieme Verlag KG. https://doi.org/10.1055/s-0038-1653759
- NVvH Richtlijn Hemofilie, autorisatiedatum 20-12-2022. https://publicatie.hematologienederland.nl/richtlijnen/hemofilie/
- Geharmoniseerd protocol Factor VIII remmer bepaling. VHL. 2020.
https://www.de-vhl.nl/upload/protocollen/hemostase/20220524_Geharmoniseerd-protocol-factor-VIII-remmer-bepaling.pdf
- Souverijn, J. H. M., Goswami, P. R., Schreurs, M., Tax, M., & Wielders, J. P. M. (2020). Handboek medische laboratoriumdiagnostiek. Prelum.
- Dacie and Lewis Practical Haematology. (2017). Elsevier. https://doi.org/10.1016/c2014-0-01046-5
- Kaushansky, K., & Levi, M. M. (2017). Williams Hematology Hemostasis and Thrombosis. McGraw-Hill Education.
Laatst bijgewerkt op
08-12-2023