Er is verminderde fibrinogeenomzetting en/of verminderde fibrinepolymeervorming in het plasma van de patiënt ten opzichte van normaal.


De trombinetijd bepaling wordt gebruikt voor aantonen of uitsluiten van de aanwezigheid van heparine of een directe trombineremmer; als onderzoek naar afwijkingen in fibrinogeen; of als onderdeel van oriënterend onderzoek bij verdenking op bloedingsneiging.
Er is verminderde fibrinogeenomzetting en/of verminderde fibrinepolymeervorming in het plasma van de patiënt ten opzichte van normaal.
De fibrinogeenomzetting en fibrinepolymeervorming in het plasma van de patiënt is normaal: Er is geen heparine of directe trombineremmer aanwezig in het plasma.
Bij de trombinetijd bepaling wordt de laatste stap in de stollingsroute van de secundaire hemostase onderzocht (in tegenstelling tot de aPTT en PT waarin respectievelijk de intrinsieke en extrinsieke route van de stollingscascade onderzocht worden).
Bij de trombinetijd bepaling wordt geactiveerd trombine (FIIa) toegevoegd aan het plasma van de patiënt. Dit toegevoegde trombine kan fibrinogeen enzymatisch omzetten naar fibrine. Fibrinestolselvorming wordt gedetecteerd met stolpuntdetectie. De trombinetijd is de tijd (gemeten in seconden) die verstrijkt tussen de toevoeging van trombine aan het plasma en de detectie van het fibrinestolsel in het plasma.
Bij een (functioneel) tekort aan fibrinogeen of actieve remming van dit proces door medicatie of andere plasma-eiwitten zal het langer duren voor er een fibrinestolsel gevormd wordt: de trombinetijd verlengt.
Er kunnen verschillen zijn tussen (de referentie-intervallen van) verschillende methodes. Uitslagen dienen te worden geïnterpreteerd in de context van de referentiewaarden van het uitvoerende laboratorium.
De trombinetijd is gevoelig voor zeer lage concentraties heparine. Dit betekent dat bij bloedafname contaminatie met heparine uit bijvoorbeeld voorafgaande bloedafnamebuizen of uit intraveneuze lijnen dient te worden vermeden.
De trombinetijd bepaling is gevoelig voor:
De trombinetijd kan niet gebruikt worden voor bepaling van het therapeutische effect van heparine. Hiervoor dient de anti-Xa bepaling gebruikt te worden. Voor een kwantitatieve bepaling van dabigatran is een verdunde trombinetijd beschikbaar.
Souverijn, J. H. M., Goswami, P. R., Schreurs, M., Tax, M., & Wielders, J. P. M. (2020). Handboek medische laboratoriumdiagnostiek, Hoofdstuk 'Trombinetijd'. Prelum.
Bain, B.J., Bates, I. & Laffan, M.A. (2017). Dacie and Lewis Practical Haematology: Chapter 18: Investigation of Haemostasis. Elsevier.
Kaushansky, K., & Levi, M. M. (2017). Williams Hematology Hemostasis and Thrombosis, Chapter 6: Classification, Clinical Manifestations, and Evaluation of Disorders of Hemostasis. McGraw-Hill Education.