von Willebrand activiteit
Bepalingen › vWF activiteit
Het wordt geadviseerd deze test alleen aan te vragen in overleg met een specialist
Doel
Bepaling van de activiteit van Von Willebrand factor
Algemeen
In de bepaling van von Willebrand Factor (vWF) activiteit wordt de binding van vWF aan bloedplaatjes getest. Deze bepaling wordt uitgevoerd bij verdenking op en evaluatie van therapie bij de Ziekte van Von Willebrand en wordt altijd ingezet in combinatie met andere gerelateerde bepalingen (o.a. FVIII-activiteit en vWF antigeen).
Interpretatie
De activiteit van vWF is verhoogd ten opzichte van normaal (referentiegebied).
- tijdens de zwangerschap (vooral in het derde trimester)
- bij gebruik van orale anticonceptiva
- bij infecties
- bij trauma, mentale stress of fysieke inspanning
- na langdurig stuwen bij bloedafname, waarbij vWF vrijkomt uit de vaatwand
De activiteit van vWF is verlaagd ten opzichte van normaal (referentiegebied).
- erfelijke ziekte van Von Willebrand: wanneer er sprake is van een erfelijke afwijking in de vWF
- verworven ziekte van Von Willebrand: er is sprake van een autoantistof gericht tegen vWF (bijvoorbeeld bij lymfoproliferatieve ziekte of SLE)
- in sommige gevallen bij hypothyreoïdie
De activiteit van vWF valt binnen het referentiegebied van een gezonde populatie en is daarmee normaal.
- erfelijke ziekte van Von Willebrand: wanneer er sprake is van een erfelijke afwijking in de vWF
- verworven ziekte van Von Willebrand: er is sprake van een autoantistof gericht tegen vWF (bijvoorbeeld bij lymfoproliferatieve ziekte of SLE)
- in sommige gevallen bij hypothyreoïdie
Principe
Met vWF activiteit wordt bedoeld de activiteit om te kunnen binden aan de bloedplaatjesreceptor glycoproteïne Ib (GPIb, de meest routinematige activiteitsassay), of aan collageen (aparte collageenbindingsassay met zeer specifieke toepassingen).
Voor de meest gebruikte assays die de activiteit van vWF meten om aan GPIb te binden kunnen verschillende methoden gebruikt worden:
- binding van vWF aan bloedplaatjes na activatie door ristocetine.
afkorting van de assay: VWF:RCo
- binding van vWF aan een recombinant GPIb fragment na activatie door ristocetine.
afkorting van de assay: VWF:GPIbR
- spontane binding van vWF aan een 'gain-of-function mutant' GPIb fragment zonder ristocetine.
afkorting van de assay: VWF:GPIbM
- binding van vWF aan een antilichaam dat de vWF bindingsplaats met de GPIb receptor herkent.
afkorting van de assay: vWF:Ab
Methodes 1 t/m 3 zijn functionele assays, waarbij agglutinatie als gevolg van binding met vWF wordt gedetecteerd. Bij methode 1 worden bloedplaatjes als bron gebruikt voor de GPIb receptoren; in methode 2 en 3 een recombinant GPIb (welke in methode 3 gemuteerd is).
De mate van agglutinatie wordt gedetecteerd met behulp van licht- of impedantie-aggregometrie en afgelezen op een kalibratielijn.
In de internationale ASH/ISTH/NHF/WF1 richtlijn uit 2021 voor diagnose van de ziekte van Von Willebrand wordt de voorkeur uitgesproken voor de nieuwere methodes (VWF:GPIbR en VWF:GPIbM) boven de oudere ristocetine-cofactor activiteitsassay (VWF:RCo).
Richtwaarde
Er kunnen verschillen zijn tussen de (referentie-intervallen van) verschillende methodes.
Uitslagen dienen te worden geïnterpreteerd in de context van de referentiewaarden van het uitvoerende laboratorium.
Richtwaarde: 0,5 - 1,5 U/ml (of 50 - 150% van normaal)
Valkuilen
- Enkel een normale uitkomst voor vWF activiteit sluit de ziekte van Von Willebrand niet volledig uit. In subtype 2N van de ziekte is de activiteit van het vWF niet aangedaan, maar de binding aan FVIII wel.
- De behandeling van de ziekte van Von Willebrand met desmopressine of vWF/stollingsfactor VIII-concentraten beïnvloedt de uitkomst van de bepaling (zie kopje medicatie).
- Vanwege verhoogde vWF eiwitconcentraties tijdens de zwangerschap wordt analyse van ziekte van Von Willebrand tijdens zwangerschap afgeraden.
- Er zijn genetische variaties in het vWF gen bekend, waarbij het gevormde vWF minder tot geen gevoeligheid vertoont voor ristocetine. Dit kan tot vals verlaagde resultaten leiden in ristocetine-afhankelijke methoden.
Medicatie
- Behandeling met desmopressine (DDAVP) kan profylactisch worden ingezet bij de ziekte van Von Willebrand type I bij (risico op) lichte bloedingen zoals bij een operatieve ingreep of rondom de bevalling. Desmopressine verhoogt de concentratie van vWF en stollingsfactor VIII door de endogene secretie van deze eiwitten te verhogen. Behandeling met desmopressine verhoogt op deze wijze de uitkomst van de vWF activiteit bepaling.
- vWF afkomstig uit vWF/stollingsfactor VIII (VWF/FVIII) concentraten draagt bij aan de vWF activiteit en maskeert op deze wijze de analyse van endogeen vWF.
Bronnen
- Boender et al. Clinically relevant differences between assays for von Willebrand factor activity. Journal of Thrombosis and Haemostasis. 16: 2413-2424 (2018).
- James et al. ASH ISTH NHF WFH 2021 guidelines on the diagnosis of von Willebrand disease. Blood Advances (2021).
- Souverijn, J. H. M., Goswami, P. R., Schreurs, M., Tax, M., & Wielders, J. P. M. (2020). Handboek medische laboratoriumdiagnostiek. Prelum.
- Dacie and Lewis Practical Haematology. (2017). Elsevier. https://doi.org/10.1016/c2014-0-01046-5
- Kaushansky, K., & Levi, M. M. (2017). Williams Hematology Hemostasis and Thrombosis. McGraw-Hill Education.
Laatst bijgewerkt op
10-11-2023